Producteninformatie goed ingelicht beter kopen

Als je optimaal wilt genieten van je buitenzwembad, moet je er voor zorgen dat het water zo proper mogelijk blijft. Maak je zwembad dus regelmatig schoon. Kies dus een goede zwembadreiniger uit waarmee je in geen tijd je hele zwembad schoongemaakt hebt.

Bodemzuiger of zwembadstofzuiger

Een automatische zwembadstofzuiger is een van de meest voorkomende zwembadreinigers. Werkt net als een gewone stofzuiger met zuigkracht. De bodemzuiger beweegt zich over de bodem van het zwembad en is via een slang aangesloten op de filterunit. Het vuil dat door de zwembadstofzuiger wordt opgezogen, komt uiteindelijk in de skimbox terecht. Als je geld wilt uitsparen, kun je ook kiezen voor een handbediende bodemzuiger.

Drukreiniger

Een drukreiniger voor je zwembad beschikt over een eigen hydraulische pomp en een eigen zak of compartiment om het vuil in op te slaan. Deze machine zet de filter dus niet nog meer onder druk. De machine spuit het water met hoge druk rond in het zwembad waarna hij het vuil opslaat.

Elektrische automatische reiniger

Deze elektrische reinigers bewegen zichzelf voort, je hoeft hem alleen maar via een transformator te verbinden met het stopcontact. De reiniger heeft twee motoren: een voor het verzamelen van het vuil, een om de machine in beweging te houden.  een elektrische automatische reiniger heeft ook een eigen compartiment om het vuil te verzamelen en hoeft de filter dus niet te belasten.

Ingebouwd reinigingssysteem

Je kunt er ook voor kiezen al van meet af aan een reinigingssysteem te laten inbouwen in je zwembad. Deze bodemreiniger moet je al bij de constructie van je zwembad integreren. In de bodem van je zwembad worden buisjes ingebouwd, die het water in de richting van de filter duwen. Zelf hoe je bijna niet meer naar je reinigingssysteem om te kijken!

Je wilt natuurlijk dat je kinderen  mee kunnen genieten van dat schitterende buitenzwembad. Maar zelfs als het zwembad ondiep is, vormt het een potentieel gevaar voor kinderen. Een ongeval is gauw gebeurd! Jaarlijks sterven er heel wat kinderen aan verdrinking. Hier vind je enkele tips om je zwembad kindveilig te maken.

1. Als je kleine kinderen hebt, zou je zwembad eigenlijk volledig omheind moeten zijn. Een hek, een haag, een muurtje, zolang het maar iets is waar de kinderen niet zomaar overheen stappen. Kies voor een omheining die meer dan 120 centimeter hoog is. Zet het slot op het poortje zo hoog dat de kinderen er niet bij kunnen.

2. Installeer een alarm op de deuren van je huis die naar dat deel van de tuin leiden waar je zwembad zich bevindt.  Zo weet je meteen waar je kind is en kun je het nog tijdig in de  gaten houden.

3. Koop een gemotoriseerd roldek dat je zwembad kan bedekken als je zelf niet in de buurt bent.  Zo’n roldek bedekt het hele wateroppervlak en kan het gewicht van een kind zeker dragen.

4. Als je kleine kinderen hebt, kun je overwegen een bovengronds zwembad aan te schaffen. De hoogte van zo’n zwembad dient dan als barrière. Haal wel de trapjes weg als het zwembad niet in gebruik is.

5. Leer je kinderen op tijd zwemmen! Kinderen kunnen normaal gezien leren zwemmen vanaf de leeftijd van 4 à 5 jaar leren zwemmen. Er bestaan ook cursussen peuterzwemmen, waar je kind al op heel jonge leeftijd leert hoe het om moet gaan met water, zodat ze later sneller leren zwemmen en geen watervrees ontwikkelen. Maar zelfs als je kind al heeft leren zwemmen, is het raadzaam altijd een oogje in het zeil te houden.

6. Laat geen speeltjes in het water liggen. Kinderen kunnen proberen de speeltjes uit het water te halen  om er vervolgens in te tuimelen.

7. Laat je kind nooit alleen aan een zwembad! Spreek desnoods met de andere volwassenen een beurtrol af om op de  spelende kindjes te letten. Leer je kinderen ook dat ze niet alleen moeten zwemmen.

Een zwembadverwarming zorgt ervoor dat je zo lang mogelijk van je zwembad kunt genieten. er bestaan verschillende soorten zwembadverwarming. Weeg de voordelen van ieder systeem dus goed af tegen de nadelen en kies de zwembadverwarming die het best bij jouw zwembad past. Met een goed verwarmingssysteem is het mogelijk van het late voorjaar tot het vroege najaar in je openluchtzwembad te plonzen.

Verwarmingsketel

De meest gebruikte manier om een zwembad te verwarmen is nog steeds met stookolie of gas. Een warmtewisselaar wordt aangesloten op de verwarmingsketel. Het systeem werkt snel en efficiënt, je zwembad is echt in een mum van tijd opgewarmd. Maar het kost ook een stuk meer dan andere systemen.

Elektrische verwarming

Een elektrische zwembadverwarming is vooral aan te raden bij kleine zwembaden. Bij grote zwembaden ligt het energieverbruik immers redelijk hoog en kan je beter kiezen voor een milieuvriendelijke oplossing als zonnepanelen of een elektrische warmtepomp. Bij een elektrische verwarming bevindt zich in het zwembad een warmte-element. Elektrische zwembadverwarming kun je gemakkelijk zelf installeren.

Zonne-energie

Een zwembadverwarming op zonne-energie is het meest energiesparende en milieuvriendelijke systeem. Het water stroomt dor een buizenstel dat aangedreven wordt door de filterpomp van het zwembad. De zonnecollector kun je op het dak van je huis zetten of op de grond. Het grote voordeel aan dit soort verwarming is dat het je niets kost, het nadeel dat je wel eerst zonnepanelen moet aankopen. Maar zonnepanelen zijn over het algemeen hun investering waard. Je kunt gegarandeerd zwemmen van half mei tot half september, bij goed weer ook ervoor en erna. In de meeste gevallen kun je de verwarming op zonne-energie zelf installeren.

Elektrische warmtepomp

Een elektrische warmtepomp heeft eigenlijk dezelfde werking als een airconditioning. Het onttrekt de warmte aan de lucht om er vervolgens het zwembadwater mee op te warmen. Ook dit systeem is erg energiebesparend. De prijs is iets duurder dan die van een elektrische verwarming, maar na een paar jaar heb je dat extra geld zeker al terugverdiend. Een warmtepomp gebruikt immers alleen energie om de warmte aan de lucht te onttrekken, niet om de warmte te creëren.

Zwembaden zijn echte voedingsbodems voor bacteriën, microben, schimmels en andere micro-organismen. Zij komen in je zwembad door zweet, speeksel en andere lichamelijke afscheidingen van de badgasten, regenwater en afval (gras, insecten,…). Met andere woorden, je kunt het niet voorkomen.

Om te beletten dat schadelijke bacteriën een kans krijgen de zwemmers te besmetten of dat het zwembadwater troebel wordt, moet het zwemwater behandeld worden met een antibacterieel reinigingsmiddel. Het bekendste en meest gebruikte reinigingsmiddel is chloor.

Chloor heeft een oxiderende werking en doodt zo de aanwezige microben. Het chemische element in de chloor verbindt zich met het water en ontsmet zo het water. Een vervelend neveneffect van chloor is chloramine, een chloor-stikstofverbinding. Chloramine zorgt voor de chloorgeur die zo typerende is voor zwembaden. Hbe je na het zwemmen prikkende en geïrriteerde ogen, dan is chloramine ook de schuldige.

Chloor is verkrijgbaar in verschillende vormen:

• Zoutchlorinator: populairste manier om chloor aan het water toe te voegen. Machine die zelf de juiste hoeveelheid chloor aan uw zwembad toevoegt.
• Chloorgranulaat: chloor in korrelvorm, goedkoopste vorm. Het grote nadeel is dat je chloorganulaat altijd manueel aan het zwembadwater moet toevoegen.
• Chloortabletten: lossen traag op in het water, kunnen automatische verdeeld worden.
• Vloeibare chloor: heeft een zeer hoge zuurtegraad, met dit bijtende product moet je dus zeer voorzichtig omgaan. Kan automatisch aan het zwemwater worden toegediend. Het grootste nadeel is dat vloeibare chloor veel plaats inneemt en niet voor lange tijd bewaard kan worden.

Bij een zwembd moet je regelmatig eens de pH-waarde, de alkaliciteit en het kalkniveau controleren.  Bij een zwembadhandelaar kun je altijd wel een testkit kopen om al deze waarden te meten.

De pH-waarde geeft de zuurgraad weer van het water. pH staat voor potentiaal hydrogenium en geeft de watestoionenconcentratie in het water weer. Een neutrale wateroplossing heeft een pH-waarde van rond de 7. Een pH-waarde van 0 staat voor zuur water (acide), een pH-waarde van 14 voor basisch water (alcline).
Je zwembadwater moet een pH-waarde hebben tussen 7 en 7,4. Bij die waarden werkt de chloor het beste.

pH-waarde van minder dan 7:

Het water is agressief ten opzicht van de metalen delen, filter en het zwembadmateriaal.

pH-waarde boven 7,4:

Prikkende ogen, irritatie van de huid
Alkengroei wordt gestimuleerd
Kalkafzetting
Chloor werkt te snel uit

Veel zwembaden bevatten hard water door de aanwezigheid van calcium- en magnesiumzouten. Laat de hardheid van je zwemwater controleren. Hard water heeft een pH-waarde van meer dan 7. Dat stijgt nog als het water verwarmd wordt.

Hard water (met een pH-waarde van meer dan 7,4): je kunt best pH-minus poeder toevoegen. Dat zuurgranulaat neutraliseert de alkalische componenten die de oorzaak zijn van de hardheid van het water. Controleer regelmatig de pH-waarde!
Zacht water (pH-waarde onder 7): bij toevoeging van pH-plus poeder, zuiveringszout of soda stijgt de pH-waarde boven 7.

Als je eindelijk je zwembad geïnstalleerd hebt, is het genieten geblazen. Maar je zwemwater wil je natuurlijk zo helder en proper mogelijk houden. Hier lees je hoe je je zwembad het beste onderhoudt.

1. Schoonmaken van de zwembadfilter

Om de vuildeeltjes die in het filterbed blijven steken te verwijderen, moet je zandfilters en diatomeeënfilters ongeveer een keer per week terugspoelen of backwashen. Afhankelijk van de hardheid van het water kan de filter ook kalksteen gaan afzetten. Om verstopping van de filter te voorkomen, zal je hem een paar keer per jaar (3 tot 4 keer) moeten ontkalken.

2. Vers water toevoegen

In het zwembadwater kunnen zich ook als het goed behandeld wordt, opgeloste stoffen ophopen. Het gaat dan vooral om zouten (chloriden, nitraten) die een gevolg zijn van een chloorreactie. Zij kunnen de metalen delen in het zwembad afbreken. Een te grote concentratie zout in het zwembadwater kun je tegenhouden door regelmatig een deel van het water te vervangen door vers water. Probeer wekelijks ongeveer 5% van het zwembadwater te verversen. Als je zwembad overdekt is, wordt het water minder verdampt, waardoor je ook minder vers water moet toevoegen.

3. Waterhardheid stabiliseren

Als het water van je zwembad een hardheid heeft van meer dan 150 dH (Duitse hardheid), kan dit leiden tot kalkafzetting en kalkneerslag. Dat veroorzaakt op zijn beurt verstopte filters, aanslag in de warmtewisselaars en ruwe badranden. Daardoor gaat er veel nutteloze energie verloren aan de warmteoverdracht. De hardheid van het water kun je stabiliseren door antikalk toe te voegen.

4. Onderhoud in de winter

Tijdens de winter laat je je openluchtzwembad best gevuld met water. Dat biedt niet alleen een tegendruk tegen de aarde die tegen de wanden van het zwembad aanduwt, maar het drukt het zwembad ook naar beneden. Een gevuld zwembad is minder vatbaat voor de weersomstandigheden. Het kan ook niet beschadigd worden door vallende voorwerpen.

5. Reinigende producten toevoegen

Nadat je je zwembad gevuld hebt met water, moet je reinigende producten (bijvoorbeeld chloor) toevoegen. Vergeet niet de ph-waarde van je zwembad regelmatig te controleren en, indien nodig, het reinigende product toe te voegen.

Niet alleen bij zwembaden is het aanbod al overweldigend groot , zelfs zwembadfilters vind je in alle soorten en maten! De drie soorten zwembadfilters zijn zand-, cartridge- en diatomeeënfilters.

Zandfilters

Zandfilters zien eruit als grote ballen gevuld met kilo’s zand, waardoor het water moet lopen. Aan de onderzijde loopt het water eruit, waarna het via een stel buizen terug naar het zwembad gevoerd wordt. Zandfilters kunnen heel kleine vuiltjes tegenhouden. Om de filter aan het werk te houden, moet je hem gedurende de periode dat er gezwommen wordt een keer per week schoonmaken. Om de filter schoon te maken, moet je het water laten teruglopen door de filter of ‘backwashen’. Het grote nadeel is dat het teruggelopen water onbruikbaar is en je het zwembad opnieuw moet vullen. Het afvalwater wordt gewoon geloosd. Na een aantal jaren moet het zand van je filter vervangen worden.

Diatomeeënfilters

Diatomeeënfilters werken met een fijn poeder (aarde) dat afkomstig is van kiezelwieren of diatomeeën (gefossiliseerde planktonskeletten). Dit poeder houdt al het vuil uit het zwembadwater tegen. Diatomeeënfilters zijn over het algemeen duurder dan andere filters, maar ze maken je zwembad ook properder. Maar het intensieve onderhoud dat de filters nodig hebben houdt veel zwembadeigenaars tegen. Het poeder met de kiezelalgen moet regelmatig bijgevuld worden, maar is gelukkig niet zo duur. De filter schoonmaken gebeurt op dezelfde manier als de zandfilters: je laat het water teruglopen.

Cartridgefilters

Cartridgefilters of ‘patronenfilters’ hebben een andere werking dan de zandfilters of de diatomeeënfilters. Ze bestaan uit een tank die drie tot vier cilindervormige filterelementen bevat. De filters zijn meestal gemaakt van polyester of een speciale papiersoort. Cartridgefilters kosten minder dan diatomeeënfilters. Cartridgefilters zijn vooral populair omdat ze weinig onderhoud nodig hebben. Je kunt de cartridge gedurende de periode dat er gezwommen wordt gewoon afspoelen en eventueel een ontsmettingsmiddel gebruiken. Er bestaan verschillende soorten filterelementen. Sommige gaan jaren mee, ander zijn echte vervangelementen.

Mag ik zomaar een openluchtzwembad aanleggen in mijn tuin of zijn er administratieve verplichtingen nodig? Hier vind je het antwoord.

België

In België heb je geen stedenbouwkundige vergunning (vroeger: bouwvergunning) nodig als je voldoet aan volgende voorwaarden:

• Het zwembad en de aanhorigheden zijn niet groter dan 30m².
• Het zwembad is niet hoger dan 1,5 meter.
• Het zwembad bevindt zich niet in de voortuin.
• Het zwembad bevindt zich volledig binnen 30 meter van de woning.
• Het is niet gelegen in een oeverzone of 5 meter brede strook vanaf een waterloop.

Als je aan een van deze voorwaarden niet voldoet, heb je een stedenbouwkundige vergunning nodig. Die moet je aanvragen bij de gemeente. Bij twijfel ga je best eens je oor te luisteren leggen op de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening.
Als je geen vergunning nodig hebt, dan mogen de werken nog niet in strijd zijn met ruimtelijke uitvoeringswerken, bijzondere plannen van aanleg of voorschriften van verkavelingsvergunningen.

Als je geen vergunning nodig hebt, heb je ook geen architect nodig. Als je wel een vergunning nodig hebt, moet je een architect nemen, tenzij je zwembad kleiner is dan 150 vierkante meter en op minstens 2 meter afstand van de gebouwen en perceelsgrenzen ligt. als je geen architect nodig hebt, moet je het aanvraagformulier eenvoudige dossiersamenstelling gebruiken, jen je er wel een nodig, dan moet je het formulier uitgebreide dossiersamenstelling gebruiken. Voor je met de werken begint, moet je aan de straatkant de afgifte van de vergunning aanplakken. Op het bouwterrein moet een afschrift van de vergunning en het dossier aanwezig zijn.

Nederland

In de meeste Nederlandse gemeenten heb je voor de bouw van een openluchtzwembad een bouwvergunning nodig. De precieze procedure daarvoor verschilt van gemeente tot gemeente. Meestal verlopen de aanvragen voor een openluchtzwembad zonder al teveel problemen.

Wil je in je tuin een zwembad installeren, weeg dan eerst alle mogelijkheden goed af. Er bestaan zoveel verschillende zwembaden dat het moeilijk zal zijn een goede keus te maken! Om je op weg te helpen vind je hier alvast de belangrijkste onderverdelingen.

Opzetbad

De gemakkelijkste en goedkoopste constructie. De meeste bovengrondse zwembaden zijn geprefabriceerde kits die je zelf kunt opzetten. Zorg ervoor dat je een vlakke ondergrond hebt waarop het zwembad kan staan. Nadat het zwembad geïnstalleerd is en de en het water erin gepompt is, kan er meteen gezwommen worden. Het grote nadeel aan dit soort zwembaden is dat ze minder lang meegaan en dat ze er op esthetisch vlak minder goed uitzien. Het grootste voordeel is dat je het zwembad gemakkelijk weer kunt opbreken en op een andere plaats terug opzetten of het in de winter kunt opbergen. Prijzen variëren tussen 400 en 2500 euro.

Inbouwbad

Een permanent ingebouwd zwembad vind je in alle soorten en maten. Ze worden geproduceerd in tientallen verschillende materialen: polyester, beton, glasfiber, aluminium, … Deze zwembaden zijn verkrijgbaar in afzonderlijke delen of in een geheel. Je kunt kiezen tussen een standaarduitvoering of een bad helemaal op jouw maat gesneden.

Soorten inbouwbaden

1. Prefab foliebad

Zoals de naam reeds doet vermoeden, gaat het hier om een geprefabriceerd zwembad van pvc-folie, dat als één pakket geleverd wordt. Je hoeft ze alleen nog op te zetten en in te bouwen. Meestal hebben deze zwembaden een ronde of ovale vorm, eventueel achtvormig. De prefab baden kunnen gedeeltelijk of volledig worden ingegraven. Meestal hebben de baden een doorsnede van 3 tot 9 meter. Het grootste voordeel van deze zwembaden is dat wie een beetje handig is, ze gemakkelijk zelf kan installeren. Je hebt wel weinig keuze qua afmetingen en vormgeving. Een prefab foliebad kost 2000 tot 10.000 euro. Prefab foliebaden gaan over het algemeen minder lang mee.

2. Bouwkundig foliebad

In principe hetzelfde als een prefab foliebad, maar dan op maat gemaakt. Bij deze zwembaden kun je echt volledig je eigen zin doen. Ook de keuze in afmetingen, accesoires en kleuren is immers groter. Maar waar het grote voordeel bij een prefab zwembad was dat je het zelf kon installeren, kun je hier best de hulp van een zwembaddeskundige inroepen. Prijzen beginnen rond 13.000 euro.

3. Polyesterbad

Polyesterbaden worden gemaakt van polyester van hoogstaande kwaliteit, versterkt met glasvezel of glasfiber. De voordelen van een polyesterbad zijn niet op een hand te tellen: het is mooi afgewerkt, kan tegen een stoot, voelt glad aan en vraagt zeer weinig onderhoud. Polyesterbaden worden geproduceerd met behulp van een mal en worden dus in één stuk geleverd. Soms wordt een polyesterzwembad wel eens opgebouwd uit meerdere stukken, waardoor er meerder afmetingen mogelijk zijn. Prijzen beginnen rond 13.000 euro.

4. Betonnen bad

Een betonnen bad is een stuk duurder dan een polyesterbad. De minimumprijs is ongeveer 20.000 euro zijn. Voor dat geld krijg je dan ook wel meer mogelijkheden. Een betonnen bad kan helemaal op maat ontworpen worden, precies zoals jij het wil. De aanleg van een betonnen zwembad gebeurt door vakmannen. Je kunt een betonnen zwembad laten afwerken met tegels, een verflaag of een folielaag. Qua decoratie beschik je over tientallen mogelijkheden. Betonnen baden gaan lang mee, maar als ze schade oplopen zijn ze moeilijk te herstellen.

Als je op zoek bent naar een airconditioning, let je vanzelfsprekend ook op de prijs. Maar waar je ook op zou moeten letten is het energieverbruik. Het verbruik van de airco wordt uitgedrukt in kWh (kilowattuur). Als je airco-installatie veel energie verbruikt, zul je later nog voor onaangename verrassingen te staan komen. Een energieslurpende airco is volstrekt niet milieuvriendelijk. Meestal zijn het juist de goedkoopste airco’s die de meeste energie gebruiken. Die toestellen zijn meestal uitgerust met minder kwalitatieve leidingen.

Sinds 2004 dragen alle airconditioningtoestellen verplicht het Europese energielabel. Dit label moet bij alle huishoudelijke toestellen op basis van lucht-lucht of lucht-water, kleiner dan of gelijk aan 12 kW zitten. Dit energielabel geeft de koper op voorhand een beter idee van hoeveel energie het toestel verbruikt en welke mogelijkheden het biedt tot energiebesparing. Op dit label staan: de classificatie van koelingefficiëntie in 7 niveaus van A tot G, het jaarlijks energieverbruik in koeling, de koelingcapaciteit in kW en de EER en COP.

EER en COP

Elke energieklasse heeft zijn eigen EER (Energy Efficiency Ratio) en COP (Coefficient of Performance). De COP is het getal voor de verwarming, de COp voor de koeling. Om deze getallen te berekenen wordt het koelvermogen gedeeld door het opgenomen vermogen. Hoe hoger deze waarden zijn, des te efficiënter werkt de airconditioning. De maximumwaarden van de EER of de COP verschillen naargelang het type airconditioner. Om een A-label bij de mobiele toestellen te krijgen moet de EER hoger zijn dan 2.60, terwijl de EER bij de split-units hoger moet zijn dan 3,20.