Net zoals je met je digitale fotocamera meestal ook kunt filmen, kun je met een camcorder ook foto’s maken. De meeste camcorders hebben namelijk ook een fotofunctie. De kwaliteit en de resolutie van die foto’s hangt af van het aantal pixels of megapixels dat je CCD-sensor bezit.
Toch is de kwaliteit van de foto’s die je met een camcorder kunt maken er de laatste jaren erg op vooruit gegaan. Camera’s met 2 of 3 megapixels komen zelfs al vaak voor. Maar de foto’s die je neemt met een eenvoudige camera met resolutie 640×480 zijn alleen geschikt om op een scherm te bekijken.
Als je een foto wilt afdrukken op het veelvoorkomende formaat 10×15 moet de camera minstens een fotoresolutie van 1 megapixel hebben. Hoe hoger de resolutie, hoe beter de kwaliteit van de foto’s.
De foto’s die je neemt worden opgeslagen op verschillende media, zoals een geheugenkaart, een harde schijf of een tape. Soms gebruiken camcorders verschillende opslagmedia voor de fotobeelden (vaak een geheugenkaartje) of de film. Tal van camcorders beschikken tegenwoordig ook over een ingebouwde flits.
De foto’s overzetten op je computer gebeurt meestal met behulp van een USB-kabel.
