Begin jaren ‘90 kwamen er verschillende domotica-systemen op de markt. Het grote nadeel van deze systemen was dat ze onderling niet compatibel waren. Je kon bepaalde functionaliteiten van de ene fabrikant niet combineren met functionaliteiten van een ander merk. Als een fabrikant bovendien stopte met produceren van domotica-systemen, kon je je systeem niet laten uitbreiden, onderhouden of herstellen.
Om deze problemen te vermijden is het EIB-protocol (European Installation Bus) ontstaan. Dit is een standaard die beschrijft hoe de verschillende componenten van domotica-systemen met elkaar moeten communiceren. Zo kan men verschillende onderdelen van verschillende fabrikanten samen in 1 systeem laten werken.
Hierdoor werd de concurrentie tussen de verschillende merken aangewakkerd. De merken streefden naar de laagste prijs, iets wat de consument zeker ten goede kwam. Meer dan 100 fabrikanten hebben ondertussen de EIB-standaard aangenomen.
De meeste systemen gaan tegenwoordig nog een stap verder en werken volgens de Ethernet wereldstandaard. Zo kunnen camera’s, pc’s en internet gemakkelijk geïntegreerd worden in het domotica-systeem.