Het materiaal en de dikte van de isolatie worden bepaald door de architect. Hij zal het kiezen aan de hand van het gewenste resultaat, en het beschikbare materiaal.
De klassieke isolatie wordt geplaatst met een dragende structuur. Daarop wordt de isolatie langs de buitenkant geplaatst. Deze manier van isoleren is iets duurder. Toch is het zeer efficiënt, en worden niet zo snel koudebruggen gevormd. Vaak wordt bij deze isolatie ook een spouw geplaatst. De spouw zorgt ervoor dat er geventileerd kan worden, en dat er geen condensatie op de isolatie ontstaat.
Je kan ook isoleren met een houten skelet. De isolatie wordt dan in de vakken geplaatst. Ook de verwarming of elektriciteit kan je in dat houten skelet verbergen.
De verschillende soorten isolatiemateriaal
Om het juiste materiaal te kiezen moet je letten op de volgende dingen:
– De isolatiewaarde
– De toepassing van de isolatie
– De kenmerken van het materiaal
Het meest gekende isolatiemateriaal is glaswol. Dit wordt gemaakt met minerale vezels. Ze worden opgerold in rollen en kunnen gemakkelijk in spleten zorgen voor isolatie.
Een ander materiaal is synthetische panelen. Ze worden vooral gebruikt bij oppervlakten die onregelmatig zijn.
Cellenglas is dan weer een isolatiemateriaal dat op basis van glas gemaakt wordt. Het is een zeer hard materiaal, en is dus niet soepel.
Tegenwoordig zijn er ook nog andere nieuwere isolatiematerialen, zoals dunne weerkaatsende producten. Zij zorgen ervoor dat de warmte weerkaatst wordt. Deze manier van isoleren wordt niet aangeraden.
Je kan je huis ook met natuurlijke materialen isoleren. Dit zijn:
– Korrel-en vlokkenmateriaal, zoals cellulose, vermiculiet en kurkkorrels
– Halfstar isolatiemateriaal, zoals soepele houtvezels, cellulose, vlas en schapenwol
– Star isolatiemateriaal, zoals compacte houtvezels en kurk
Omdat deze materialen pas recent gebruikt wordt weet men nog niet hoe lang deze producten meekunnen.